Wil uw kind niet naar school?

De scholen zijn weer in volle gang. Voor sommige ouders een verademing, “weer structuur en ritme op de dag.” Voor andere ouders jammer, “heerlijk heel de dag die kinderen om me heen en geen gehaast” en het kan voor ouders een strubbeling zijn, “elke dag weer strijd om het niet naar school willen gaan.”

Voor de meeste kinderen geldt dat ze weer graag naar school gaan na de zomervakantie. Het was een fijne tijd, maar weer met vrienden de dag door brengen en weer regelmaat bevalt veel kinderen ook heel goed. Er zijn uiteraard altijd kinderen die liever de vakantie nog een tijdje uitgesteld zouden zien. Misschien leeftijdsafhankelijk, soms heeft het ook andere oorzaken. Bijvoorbeeld angst voor school. Kinderen die het minder makkelijk op school hebben, misschien gepest worden, leren heel moeilijk vinden, de juf niet zo aardig vinden, of heel aanhankelijk aan de ouder(s) zijn.

Een heel lastige kwestie voor kind en ouders. Je kind huilend wegsturen, gaat door merg en been. Toch is het uiteindelijk de stap die u zal moeten zetten. Uw kind is leerplichtig en, op wat uitzonderingen na, zal het uiteindelijk toch moeten gaan. Per kind en of jongere kan de situatie verschillend zijn en zullen ook adviezen verschillend zijn. Toch willen we u als ouders een aantal ‘algemene’ tips aanreiken. (Overigens kunnen deze tips ook bij andere voor het kind spannende situaties gebruikt worden.)

1. Ga de discussie niet aan

Ga de discussie over wel of niet naar school gaan niet aan. Er is namelijk geen discussie mogelijk. Uw kind is leerplichtig en u kunt dit stukje niet voor uw kind wegnemen. (op uitzonderingen na uiteraard).

2. Benoem het gevoel

Hoe de situatie ook is, voor uw kind is het blijkbaar een heel lastige situatie. Het is belangrijk deze gevoelens serieus te nemen. Dit doet u o.a. door zijn/haar gevoelens te benoemen. Door te zeggen dat u ziet dat uw kind het moeilijk heeft. Leg daarbij ook het gevolg uit en een ‘waarom’. Bijvoorbeeld “Ik zie dat je verdrietig bent, maar kinderen moeten naar school. School is belangrijk zodat je later zelf je spulletjes kunt kopen. We zien elkaar na school weer.” Probeer de waarom af te stemmen op een situatie die past bij wat uw kind leuk vindt en begrijpt (uw kind weet dat het naar school moet, hij/zij wil later piloot worden, na school gaan we iets leuks doen, op school zitten bepaalde leuke vriendjes, etc).

3. Bespreek met uw kind de situatie kort en duidelijk door

Leg uw kind van te voren uit dat dit de situatie is. Hij/zij gaat weer starten op school. Leg uit dat u dit niet kunt veranderen. (kort en duidelijk) Uiteraard wilt u wel van uw kind horen wat het voor hem/haar zo moeilijk maakt en waar u hem/haar wel bij kunt helpen. Ga met elkaar na wat de mogelijkheden zijn. Bijvoorbeeld, helpt het uw kind als het samen met een vriendje naar school gaat? Of kunt u uw kind belonen met een leuke ontspannende activiteit na schooltijd. Laat uw kind zoveel mogelijk zelf met ideeën komen. Eigen verzonnen oplossingen dragen bij aan het vergroten van het zelfvertrouwen.

4. Maak een schema en bouw af

Als u de mogelijkheden besproken heeft kunnen jullie samen een schema maken. Als hetgeen uw kind wilt niet elke dag kan, is het belangrijk dit met hem/haar te bespreken en in het schema te verwerken. Bouw de afspraken rustig af. U gaat bijvoorbeeld twee dagen mee naar binnen en de derde en vierde dag tot aan het schoolplein, dag vijf gaat uw kind zelf etc. Maak een stappenplannetje en werk naar het gewenste resultaat toe. Hier beloningen aan koppelen (en ook mee afbouwen) is een goede stimulans. Stel haalbare doelen. Deze leiden uiteindelijk naar het gewenste einddoel (bijvoorbeeld: rustig naar school kunnen gaan). Liever meer kleine doelen die voor u en uw kind haalbaar zijn dan steeds (te moeilijke) doelen bij moeten stellen.

Een schema en/of dagstructuur met simpelweg de tijden van opstaan, school, activiteiten etc kan al meer rust geven bij kinderen.

5. Praat erover op school

U kunt met een leraar, mentor of vertrouwenspersoon op school de situatie bespreken. Vaak is er een school maatschappelijk werker op school die uw kind bijvoorbeeld op kan vangen en een gesprekje met uw kind hierover kan hebben. Dit kan ook een professional van Jonger zijn, indien gewenst spreken wij op school met u af. Dit kan uw kind helpen (een persoon naast u, die wat minder persoonlijk betrokken is) om over gevoelens te praten en oplossingen te bedenken.

6. Vertrouwen

Straal vertrouwen uit naar uw kind dat het wel goed komt. Uw kind voelt zich al onzeker genoeg over de situatie en kijkt naar u en hoe u als ouder hierop reageert (u weet waarschijnlijk als geen ander hoe gevoelig kinderen zijn en reageren op uw gedrag en stemming). Adem diep in en uit en zorg ervoor dat u zelf niet meegaat in de stress en onzekerheid van uw kind. (niet in aanwezigheid van uw kind, maar spui er daarna juist wel lekker over bij een vriend(in). Ventileren is goed!).

7. Begin nu!

Ook al is er al een dag om en hebben u en uw kind vandaag niet direct de meest perfecte start gemaakt. U kunt elke dag weer opnieuw beginnen. Bespreek samen met uw partner hoe jullie dit (als mogelijk) samen gaan aanpakken. Hou je vast aan deze aanpak. Bespreek met uw kind hoe jullie het vanaf nu gaan doen. Laat uw kind erover nadenken en er misschien nog 1 keer die dag op terug komen. Maak een definitieve keuze, licht iedereen in het gezin hierover in en start dan. Succes! De aanhouder wint!

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met een professional van Jonger. Wij helpen u graag op weg!

[hr]

Bronnen:

  • Foto: Free Istock – Getty Images